Pragmatiek
Het vermogen om de taalstructuur aan te passen aan de gesprekspartners, de context en de situatie.
Kinderen die moeite hebben met pragmatiek, hebben problemen met het taalgebruik; het vermogen om taal in te zetten voor communicatieve functies, conversatievaardigheden en de verhaalopbouw
Communicatieve functies
Kinderen met TOS missen vaak het doel of de functie van communicatie. Ze begrijpen bijvoorbeeld de functie niet van het groeten en bedanken van iemand. Daarnaast nemen ze taal vaak letterlijk waardoor ze humor en figuurlijk taalgebruik niet begrijpen.
Conversatievaardigheden
In gesprekken blijkt dat kinderen met TOS moeite hebben met beurtwisseling, het stellen van vragen en het luisteren naar de ander. Het verhaal dat ze vertellen is vaak niet afgestemd op de voorkennis van de gesprekspartner.
Verhaalopbouw
Kinderen met pragmatische problemen hebben moeite met het vertellen van een verhaal. Hun verhalen zijn korter en missen een duidelijke opbouw. Binnen het verhaal springen ze van de hak op de tak en vaak vertellen ze dingen die niet bij het verhaal passen.
Bekijk dit filmpje over het ondersteunen van een leerling bij het vertellen in een kringgesprek.
AAN DE SLAG - PRAGMATIEK
Praktische tips & meer informatie
Pragmatische vaardigheden van kinderen met TOS stimuleren
- Conversatievaardigheden / communicatieve functies
Om conversatievaardigheden bij een kind uit te lokken, kun je gebruik maken van sociale routines met een voorspelbaar verloop, bijvoorbeeld spelletjes. Door deze voorspelbare activiteit veel te herhalen kan het kind oefenen met beurtwisseling, luisteren naar de ander en vragen stellen. Met een rollenspel (met een vaste structuur en grote voorspelbaarheid) kunnen kinderen oefenen om langer (meerdere beurten) bij een gespreksonderwerp te blijven. Ook kunnen in deze situatie makkelijk communicatieve functies geoefend worden, zoals groeten of informatie geven. - Verhaalopbouw
Gebruik afbeeldingen, pictogrammen of foto’s om de structuur van het verhaal te visualiseren (wie, wat, waar?). Bij foto’s die kinderen van thuis meenemen, kunnen de ouders het verhaal samen met hun kind thuis al voorbereiden. Door interactief voorlezen en hetzelfde boek meerdere keren te herhalen leren kinderen de verhaalstructuur herkennen. Dit proces kun je ondersteunen door het stellen van vragen (wie, waar, wat, begin, probleem, oplossing, afloop?).